Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

MAATSCHAPPIJ V.W

betekenis & definitie

Genootschap. Op 20 september 1818 kwam ten huize van Hendrik Krayesteyn te Middelburg een gezelschap ‘kunstvrienden’ bijeen met de bedoeling een afdeling Middelburg te stichten van de kunst en wetenschap bevorderende maatschappij V.W. te Amsterdam.

De moedermaatschappij erkende dit gezelschap en twee Amsterdamse fraters - zo werden de leden genoemd - installeerden 7 november 1818 de afdeling op plechtige wijze. De vijftien oprichters behoorden, om met de latere voorzitter J.C. Altorffer te spreken, ‘tot dien nederigen burgerkring, die door eigen kracht zijn eigen loopbaan scheppen moet; tot dien vaak gelukkigen middenstand, evenzeer van de hoogste als van de laagste grenzen der maatschappij verwijderd’... De maatschappij was met een zekere geheimzinnigheid omhuld en in art. 2 van de Grondbeginselen en Wetten van de afdeling Middelburg van 1845 wordt vermeld: ‘Het geheim van V.W. blijft heilig; ook dan zelfs, wanneer men mogt ophouden Lid der Maatschappij te zijn’. Men mocht bij de samenkomsten alleen dan binnenkomen, wanneer men de betekenis van de letters V.W. wist. Deze veranderde echter enkele malen in bijv.

Vragen doet Weten of Veredel uw Werk of Vriendschap geleidt onze Werkzaamheid. Het geheim werd in 1884 opgeheven; voortaan heette V.W. ‘Kunst en Wetenschap beoefenende Maatschappij V.W. onder de zinspreuk ‘Vooruitgang door Wetenschap’.In het midden van de vorige eeuw was er een opgewekt verenigingsleven, waaraan vele Middelburgers uit het burgermilieu deelnamen; de onderwerpen van de lezingen lagen op het terrein van wetenschap en kunst; soms waren er soirées, waaraan ook de dames deelnamen. In 1868 werd voor de leden een ‘Zangbundel voor Middelburg’s V.W.’ gedrukt, waarin J.C. Altorffer een belangrijk aandeel leverde. Al in 1843 had hij bij het 25-jarig bestaan een lied gemaakt: ‘Het huikje van V.W. 1818-1843’; B. Koch leverde er de muziek bij.

In 1884 werden de grondbeginselen nog eens kort geformuleerd in een soort tien geboden met o.a.

1. Haat of tweedracht zij geweerd;
3. Men vertrouwe de bestuurders;
6. Van kracht zij de fraternaam;
8. Men bevoordeele elkander en
10. De broederband reike tot het graf.

De overleden leden werden herdacht door de orateur, later redenaar genoemd. De werkzaamheden waren voor de afdeling Middelburg in afdelingen gesplitst, departementen geheten, te weten Taalkunde, Dichtkunst, Toonkunst, Stijl, Mondelinge voordracht, Teekenkunst, Bouwkunde, Wis- en Natuurkunde, Improvisatie. In de lijst van namen van bestuurders, leden en buitengewone leden van 1887/88 komen o.a. voor: Hartman, Baart, Boudewijnse, Schütz (vader en zoon), Boasson, Van der Harst, dr. J.C. de Man, mr. G.N. de Stoppelaar, Rivière, Bauer; namen die men tot verschillende lagen van de ‘middenstand’ van de Middelburgse samenleving kan herleiden. De opheffingsdatum van de Maatschappij is niet bekend; met het verstrij ken van de 19e eeuw zal V.

W. zich hebben overleefd. Bronnenmateriaal: Documentatiecentrum Zeeuws Deltagebied, Middelburg.

< >