(Middelburg 1726- 1765). Advocaat en dichter.
Promoveerde in 1748 te Utrecht op ‘De Unione Hollandiam inter et Zelandiam’, over de band tussen Holland en Zeeland. Werd advocaat en in 1763 tweede pensionaris van Middelburg. Posthuum verschenen zijn ‘Costumen, ordonnantiën en statuten der stad Middelburg, met aanteekeningen van mr. J. de Timmerman en C. Versluys’ (Middelburg 1771) en ‘Nagelaten gedichten’ (Middelburg 1774), een bundel gelegenheidsverzen, niet onbelangrijk voor de kennis van Zeeuwse familiebetrekkingen uit die tijd. Ook liet hij twee folianten met aantekeningen over de keuren van Zeeland na.LITERATUUR
Nagtglas, Levensberichten. Van der Aa. Biografisch Woordenboek. R. Dekkers. Bibliotheca Belgica juridica. 171.
