Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

Jacob STAMPERIUS

betekenis & definitie

(Wilhelminadorp 8 april 1858-Zeist 22 jan. 1936). Jeugdschrijver.

Onderwijzer te Wilhelminadorp, van 18931903 hoofd der school te Amsterdam. Schoolopziener te Baarn van 1906-1923. Redigeerde de Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd (1887 vlg.) en schreef een kleine honderd boeken voor de jeugd en het onderwijs. Verscheidene daarvan spelen in zijn geboortedorp: Drie kwajongens (1891); Een week vol avonturen (1893); De oude veldwachter (1897); De ezel van de bakker (1899); Jongensleven (1901); Drie jongens op een schip (1903); Toen ik veertien was (1904); In oorlogstijd (1906); Mijn reis naar Den Haag (1907); Van drie jongens en een vrijen Zaterdag (1910). Verder spelen in Zeeland: Het veerhuis aan de Oosterschelde (1888); De sasmeester en zijn pleegzoon (1889); Frans Naerebout (1890); De boerenknecht (1893); De ondergang van Reimerswaal (1896); ’t Verhaal van den toren van Zierikzee (1898); Tusschen de roode en zwarte tonnen (1932); St. Nicolaas te Zierikzee (1935).

Hoewel Stamperius als schrijver de mindere is van P. Louwerse, behoren zijn boeken toch tot de beste jeugdlectuur van hun tijd.LITERATUUR

Daalder, Wormcruyt met suycker. PZC. 11.5.1951.

< >