Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

GROOTE LODIJKPOLDER

betekenis & definitie

Polder in de gemeente → Oostburg; opgenomen in het → Waterschap Het Vrije van Sluis (opgericht 1942); opp. ca. 104 ha, hoogteligging 0,8 tot 1,1 m + N.A.P.; behorend tot het hoofdafwateringsgebied Cadzand (→ Kievittepolder). Deze ten zuiden en zuidwesten van Zuidzande gelegen polder werd in 1556 als Lodijkpolder bedijkt aan de zuidoostzijde van het eiland Cadzand, door jhr.

Nic. van Reimerswale, heer van Loodijc (→ Lodijke). De poldernaam herinnert aan deze verdronken Zuidbevelandse heerlijkheid. Het zuidwestelijk polderdeel werd na een gedeeltelijke overstroming van de Lodijkpolder als → Kleine Lodijkpolder herdijkt (1634). In de zuidwesthoek van de Groote Lodijkpolder heeft het fort → Loo gelegen.De polder heeft behoord tot het waterschap Cadzand (→ Oudelandsche Polder) en viel binnen de v.m. gemeente Zuidzande.

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. Gottschalk, Historische geografie II, 182; 207. Roos, Woordenboek. De Hullu, Toevoegsels op Roos. Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek.

< >