Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

BUIZERD

betekenis & definitie

(Büteo büteo; Z.V1.: brauwier, kobie, duivenpakker, stekveugel, klamper, Sch.: kope).

Grote roofvogel met korte hals, brede ronde vleugels en vrij korte staart. Vlucht zwevend, soms met gebogen vleugels. Bidt regelmatig. Het geluid is een miauwend ‘pieuw’. Verenkleed meestal bruin, echter zeer variabel. Broedvogel van Midden-, Oost- en Zuid-Nederland.

In Zeeland vrij algemene doortrekker en wintergast in de periode augustus-april, zelden in de zomermaanden. Komt voor in allerlei gebieden, doch geeft de voorkeur aan open terreinen met bosjes en houtwallen. → Roofvogels.

< >