Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

BOONEPOLDER

betekenis & definitie

Polder in de gemeente → Borsele, aan de Westerschelde (Biezelingsche Ham); aangesloten bij het → Waterschap dé Brede Watering van Zuid-Beveland (opgericht 1959), thans → Waterschap Noord- en Zuid-Beveland; oppervlakte ca. 15 ha; hoogteligging ca. 0,8 m + N.A.P. De afwatering geschiedt via het gemaal Maelstede in de → Heer Janszpolder.

De polder kwam in 1679 tot stand aan de oostelijke monding van de → Zwake, op een schor in de Vinningsche Ham (Biezelingsche Ham). Hij werd ook naar zijn eigenaar, Corn. Jansz. Boone’s polder genoemd. Tevens sprak men van de polder van Oostende. Het poldertje overstroomde vele malen wegens zijn slechte ondergrond (verzande Zwakemonding), o.a. in 1628,1682,1705 en 1808. Van de oorspronkelijke oppervlakte (ca. 42 ha) bleef na dijk vallen in 1716 en 1718 het huidige grondgebied over.

De Boonepolder heeft behoord tot de heerlijkheid → Eversdijk en de voormalige gemeente → Hoedekenskerke.

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammenUl. Roessing, Archief Boonepolder.