Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

OUD-HEUSDEN

betekenis & definitie

dorp in een Noordbrabantse gemeente Heusden, vroeger met het dorp Elshout en het gehucht Hulten de gemeente (en de polder) Oud-Heusden en Elshout vormend. Volgens de overlevering zou reeds in de 7de eeuw Switbert hier het evangelie gepredikt en een kerk hebben gesticht.

De parochie zou een van de oudste parochies van NoordBrabant zijn, eerst onder het bisdom Utrecht, later onder dat van Den Bosch vallend. De kerk kreeg de H.Johannes Evangelist als patroon. In de herfst van 1202 vond bij Oud-Heusden een slag plaats, waarin graaf Dirk VII van Holland door hertog Hendrik I van Brabant werd gevangen genomen. Sinds 1285 werd de parochie bediend vanuit de nabijgelegen Abdij van Berne. Er heeft ook een kasteel gestaan dat echter in 1589 door de Spanjaarden is verwoest, later wel weer is opgebouwd, maar eind 18de eeuw opnieuw verloren ging. Ook de kerk, in de eerste helft van de 17de eeuw aan de katholieken ontnomen, is in 1795 tijdens de belegering door de Fransen van het nagelegen stadje Heusden door de verdedigers omver geschoten.

De katholieken waren na de val van Heusden in 1588 aangewezen op Vlijmen, vanwaar in het geheim nog geestelijke leiding werd gegeven. Uiteindelijk kregen zij toestemming om in Oud-Heusden een kerkschuur te bouwen, welke in 1687 geplaatst werd in het gehucht den Elshout, dat ten zuiden van het dorp is gelegen. Daar kwam ook de pastoor te wonen.In Oud-Heusden was vroeger een klooster van de Cisterciënsers, gevestigd op de Mariëndonk, gesticht in 1459. Het werd in 1577 verenigd met het klooster Mariënkroon in Heusden. Het bleef er bestaan tot 1588, toen Heusden door de Staatse troepen werd veroverd. De kloosterlingen trokken zich terug in Den Bosch, waaruit zij in 1629 weer werden verdreven. Oud-Heusden telt 2873 inwoners (1986).

Bron: Witkamp’s Aardrijkskundig Woordenboek, 1895; Kath. Meijerijs Memorieboek.