De maisteelt kwam in Noord-Brabant vooral na de Tweede Wereldoorlog tot grote hoogte, ter vervanging van haver en rogge, waarvan de teelt zeer sterk terugliep. Mais is een eenjarig gewas en stamt uit Amerika.
De maiskorrel wordt voor vele doeleinden gebruikt, o.m. voor brood, verwerkt tot zetmeel, glucose en cellulose, voor vernissen, spiritus en bier. In Noord-Brabant vooral geteeld als voedsel voor het vee en de pluimveestapel.In sommige plaatsen zijn de boeren overgegaan tot het stichten van maisbanken, waardoor tegen eenheidsprijzen produktie-overschotten aan afnemers kunnen worden geleverd. Dit voorkomt prijsopdrijving en heeft voordelen in verband met het transport. Boeren, die overgingen op het houden van kippen en varkens, behielden land om daarop grote hoeveelheden in hun stallen geproduceerde mest kwijt te kunnen. De mais kan niet volledig worden opgevoerderd en wordt afgenomen door rundveehouders. Vele honderden hectaren, vroeger voor haver en rogge, werden maïsvelden.
