Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

HEKSEN

betekenis & definitie

er zijn in Noord-Brabant nog talloze verhalen bekend over heksen en hekserij, soms smeuïge, soms ook trieste verhalen over wat er vroeger allemaal zou zijn gebeurd. Het geloof in heksen en spoken is oeroud en overal wel te vinden.

Het bestaat zelfs hier en daar nog, maar de vervolging, de heksenjacht op mensen, die van spokerij en toverij werden verdacht, is allang definitief voorbij, al duurde zij wel enkele eeuwen lang.Heksen waren, volgens het volksgeloof, gevaarlijke mensen meestal vrouwen die een verbond met de duivel hadden gesloten, meestal op onzedelijke wijze met de duivel verkeerden en rampen veroorzaakten. Zij konden oogsten bederven, mensen beheksen, zichzelf in dieren veranderen. Zij konden ook muizen maken. De heksen moesten eerst God en zijn heiligen afzweren; daarvoor in de plaats kregen zij dan allerlei bovennatuurlijks vermogens. Zij konden op bezemstelen door de lucht vliegen, maar ook in een melktobbe en zelfs in een zeef over water varen. Zij konden door het kleinste gaatje kruipen en nog zoveel meer. Althans volgens het bijgeloof.

In Brabant kunnen mensen nog de plaatsen aanwijzen waar heksenvergaderingen werden gehouden, waar deze meestal als katten vermomd hun heksensabbath, hun heksenkrans, hielden.

Dergelijke heksen vergaderplaatsen waren er in Westerhoven, Bergeijk (waar nog het heksenbusselke bestaat), Etten, Oosterhout, Rijsbergen, Baarle-Nassau, Alphen, Zundert, Engelen, Eersel, Soerendonk, Luyksgestel, Leende, Asten, Duizel, Halsteren, Milheeze, Boxmeer, Drunen, Megen, Oirschot. Reusel, Uden, Kaatsheuvel, Geldrop, Nederwetten en Steensel.

Er moet volgens de verhalen zelfs nog ergens een beker zijn, die de heksenkatten achterlieten in Geldrop, toen zij plotseling moesten vluchten omdat een voorbijganger de naam van God noemde.

Hoe men er ook over denkt, er is een tijd geweest, dat dit alles uiterst serieus werd genomen en dat er sprake was van een stelselmatige vervolging van heksen. Men folterde de verdachten om hen tot de meest onzinnige bekentenissen te dwingen. Desnoods met behulp van de pijnbank. Zo bekende een heks, vlak voor de brandstapel, dat zij de strenge winter van 1565 had verwekt. Zo bekende een Goedert van Brynen in 1528, dat ,,sy metten Duvel verkert ende mede gehandelt heeft op die Drunensche Gemeint de Drunense hei in presentie van hoeder vijff’, dus met vijf heksen in totaal: twee vrouwen uit Bokhoven, een uit Vught, een eenogige vrouw uit Tilburg en zijzelf, die waarschijnlijk uit Drunen kwam.

In Mierlo en in Lierop werden in 1595 monsterprocessen gehouden. Een dienstmaagd van de pastoor van Mierlo zou haar meester hebben betoverd door hem peren te geven. Zij noemde namen van andere heksen. Van Mierlo sloeg de heksenjacht over op Lierop. Men nam de waterproef: de verdachten werden met handen en voeten kruiselings gebonden in het water gestoten. Van de vijftien vrouwen zonk er een, die meteen werd gered; van de twee mannen bleef er één drijven.

Die (even) boven bleven waren dan heksen, want men nam aan. dat zij door het verbond met de duivel de helft lichter waren geworden. Er werden er vijftien verbrand; die tevoren berouw hadden getoond werden eerst gewurgd, de anderen moesten levend de brandstapel op.

Er bestond ook een weegproef voor heksen. In zo’n heksenwaag kregen degenen, die niet te licht bevonden waren, een certificaat. De heksenvervolging was in Nederland eerder dan in vele andere landen afgelopen, omstreeks 1600. Het was een Brabantse arts uit Grave. Johan Wier, die in de 16e eeuw als eerste op wetenschappelijke wijze de waanzin van de heksenprocessen bestreed. En met succes, maar het (volks)geloof in heksen bleef.

Bron: Anton van Oirschot. Het land van de Brabanders, 1975.