(Amersfoort 1892-Tilburg 1969), aardrijkskundige en socioloog; studeerde M.O. geschiedenis en aardrijkskunde te Utrecht, werd in 1920 docent te Rotterdam. Hij behaalde in 1924 zijn drs-titel en promoveerde twee jaar later te Amsterdam in de sociologie op een proefschrift over Frederic le Play en diens volgelingen.
Na een docentschap te Utrecht werd hij, toen de Katholieke Economische Hogeschool te Tilburg na de oorlog met een nieuwe studierichting sociale wetenschappen begon, hoogleraar in de empirische sociologie, wat hij tot 1963 is gebleven. Daarnaast werd Heere benoemd tot buitengewoon hoogleraar te Nijmegen in de sociale en politieke aardrijkskunde. Hij publiceerde verschillende boeken.Heere was medeoprichter van het K.S.K.I., een instelling voor het verrichten van sociaal onderzoek voor de godsdienst. Hij werd benoemd tot ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, ridder in de Orde van Gregorius de Grote en werd begiftigd met de zilveren legpenning van de gemeente Tilburg.
