Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

DAM VAN ISSELT, EDMOND WILLEM

betekenis & definitie

(Breda 1796-Ravenstein 1860), staatsman, dichter; aanvankelijk militaire opleiding, vervolgens studie godgeleerdheid; publ. gedichten onder titel „Eerstelingen”; werd officier in het leger, benoemd tot heraut van wapenen, vestigde zich op het kasteel van Ravenstein; lid van de Tweede Kamer; toen de Belgische Opstand uitbrak in 1830 formeerde hij een bataljon jagers, die naar hem De Jagers van Van Dam werden genoemd; nam deel aan de Tiendaagse Veldtocht. Tot in 1849 lid Tweede Kamer, in 1852 lid Eerste Kamer; in 1836 werd een zijner gedichten bekroond bij het 200-jarig bestaan van de Utrechtse universiteit.

Was met Thorbecke een van de negen mannen van 1844, die met het voorstel tot grondwetswijziging kwamen.Bron: W.Pr.Enc. 1907.