Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

BEGIJNEN

betekenis & definitie

zijn ongehuwde vrome vrouwen, die in Begijnhoven te zamen wonen en die eenvoudige beloften afleggen van kuisheid en gehoorzaamheid aan haar oversten. Het bestuur werd gevormd door een of meer meesteressen.

Begijnen leefden dus in een gemeenschap, maar hadden wel een eigen huisje ter beschikking. Zij voorzagen in hun bestaan door handenarbeid, hulp in grote gezinnen of onderwijs, vooral godsdienstonderwijs. Vooral tijdens de generaliteitsperiode, in de zeventiende en achttiende eeuw', toen het kloosterleven onmogelijk was geworden door alle mogelijke verbodsbepalingen, kwam deze vorm van religieus leven, met name van Begijnen, maar ook van Kwezels en Klopjes, vrij veel voor. In Breda bestaat nog een begijnhof; in Eindhoven leeft de naam nog voort in een der straten in het centrum. Ook Grave kende een begijnhof, waarvan de kapel nog bestaat (thans Ned. Herv. Kerk).