Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

BEELDENSTORM

betekenis & definitie

ongeveer drie weken durende vernielende beweging in 1566, waarbij de interieurs van kerken en kloosters het moesten ontgelden. Beelden en andere religieuze objecten werden aan stukken geslagen.

De beeldenstorm begon op 10 augustus in de zuidelijke Nederlanden en duurde voort tot in het begin van september, zowel in de steden als in vele dorpen. Het begon uit haat tegen clerici, maar werd duidelijk gevoed door hagepredikers van het nieuwe geloof, onder wie zich ook verschillende weggelopen priesters bevonden. De eerste beeldenstorm deed zich voor in Steenvoorde, vervolgens sloeg zij over op leper. Oudenaarde, Antwerpen en Gent e.o., waar enkele honderden kerken werden betreden: vervolgens kwamen ook ’s-Hertogenbosch, Maastricht, Venlo, Eindhoven aan de beurt, eveneens met daar tussen gelegen plaatsen. De beeldenstorm drong door tot in Amsterdam en Groningen. Er ontstond een algemene verontwaardiging over het optreden van de beeldenstormers, van wie er blijkbaar velen nog werden betaald voor hun wandaden.

Om het streng optreden tegen de daders tegen te gaan werd een gewapend verzet georganiseerd, maar zonder succes. In 1567 werd 's-Hertogenbosch wel bij verrassing genomen door die troepen, maar kort daarop werd het verzet gebroken. Bron: De Beeldenstorm van 1566.