Gepubliceerd op 30-05-2019

Roofdieren

betekenis & definitie

Physeter Orde Carnivora Roofdieren De roofdieren met de beide superfamilies Canoidea (hondachtigen) en Feloidea (katachtigen) zijn hoofdzakelijk vleeseters, die hun buit zelf overmeesteren; talrijke soorten nemen ook plantaardig voedsel op en zijn dus alleseters. Het gebit is echter op het verscheuren van vlees ingericht.

De hoektanden zijn meestal lange vangtanden. In de bovenkaak is de laatste van de vier valse kiezen, evenals de voorste van de onderste kiezen zeer sterk vergroot.

Beiden hebben een snijdende kroon en worden wel scheurkiezen genoemd. De achter deze scheurkiezen zittende kiezen hebben een knobbelig kauwvlak.

Alle roofdieren hebben nestblijvende jongen, die dus met gesloten ogen en oren op de wereld komen en door de moeder bij vele soorten door beide ouders worden verzorgd.De beide superfamilies zijn duidelijk van elkaar te onderscheiden. De hondachtigen zijn te herkennen aan de stijve rug en de niet intrekbare nagels. De echte honden zijn bovendien zeer sociale dieren die vaak in roedels jagen, zoals vooral bij de wolf duidelijk te zien is, in tegenstelling tot de grote katachtigen die met uitzondering van de leeuw allen solitaire rovers zijn. Ook in hun manier van jagen verschillen ze duidelijk. De katachtigen zijn bijna allen sprinters en we vinden onder hen enkele van de snelste lopers uit het dierenrijk. De hondachtigen zijn echter uitgesproken stayers die uren onvermoeibaar achter hun prooi aan kunnen jagen als het moet zelfs een dag lang, zoals bij roedels wolven is waargenomen.