Klasse Osteichthyes Beenvissen Bij de beenvissen zijn, in tegenstelling tot de kraakbeenvissen, vele skeletelementen verbeend. Bij de primitieve groepen beperkt deze verbening zich tot elementen van het schedeldak, terwijl bij de echte beenvissen alle elementen verbenen en een benige wervelkolom aanwezig is.
Het hersenkapsel als belangrijkste deel van de schedel versmelt met verbenende huidelementen, de kieuwen vormen een complex van beenstukken. Het kieuwgebied is door één of meerdere verbeende huidvormingen af gedekt, terwijl het lichaam in een kleed van dakpansgewijs over elkaar liggende schubben is gehuld.
Belangrijk is de aanwezigheid van de zwemblaas, welke zich bij de longvissen tot echte longen heeft gedifferentieerd.Reeds zeer vroeg in de ontwikkelingsgeschiedenis vielen de beenvissen in twee hoofdtakken uiteen, de kwastvinnigen en longvissen enerzijds, de vinstraaldragers anderzijds. Eertijds een niet alleen bloeiende, maar vooral ook dominerende en rijke groep hebben de eersten plaats moeten maken voor de thans heersende vinstraaldragers.
