Gepubliceerd op 30-05-2019

Beensnoeken

betekenis & definitie

Orde Lepisosteiformes Beensnoeken Familie: Lepisosteidae Beensnoeken (Lepisosteus)

Het lichaam van deze vissen is met een hard pantser van dicht aaneensluitende ganoidschubben bedekt. De kaken zijn naar gelang de soort meer of minder snavelvormig verlengd en bezet met forse tanden. De acht beschreven soorten leven in Midden-en Noord-Amerika van het zuidoosten van Canada tot in Panama. Ook is er één soort bekend, welke ook op Cuba voorkomt. Het zijn allemaal bewoners van zoetwater. Het zijn zonder uitzondering geduchte rovers die hun prooi met een zijdelingse slag van de bek grijpen, en deze dan met de kop naar voren gedraaid naar binnen slokken.

Soms moet de mens ingrijpen omdat ze plaatselijk zo massaal voor kunnen komen, dat deze dieren een gevaar voor de visserij zijn. In de uitgestrekte moerassen van de Everglades in Florida zijn ze echter nog steeds talrijk. Als echte snoeken staan ze graag, dicht onder de waterspiegel, geduldig op prooi wachtend. Hoewel economisch van geen betekenis, wordt er graag door hengelaars op gevist.