of veldvluchters, zijn halfwilde duiven, die tegenwoordig op torens en hoge gebouwen, maar vroeger in duiventillen nestelden.
Het Berigt wegens het Tabaksplanten in de Nederlanden in: Uitgezogte Verhandelingen van de Sociëteiten der Wetenschappen in Europa, dl. VII (1762), 6, toont het belang dier duivenhouderij: Tn Gelderland en in het bovenste der prov. Utrecht wordt van Duivenmest vnl. gebruik gemaakt tot bemesting der Tabakslanden. Men krijgt dezelve daar uit de prov. van Frl. en geeft voor de zak een Daalder, terwijl een karrevragt Schaapenmest (met gelijke bemestingswaarde) ruim drie Gulden kost’.