Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

Gepubliceerd op 22-01-2020

DRAINAGE

betekenis & definitie

Men draineert een perceel als men het overtollige grondwater kunstmatig afvoert naar een belendende sloot. Vanouds gebeurde dit door greppels.

Door de beperkte diepte der greppels daalt het grondwater echter onvoldoende; het gewas groeit slecht, het land is in voor- en najaar moeilijk te bewerken, en geeft steeds slechtere oogsten. Het grondwater moet liefst 40-50 cm onder de opp. staan.

Daartoe legt men in de grond reeksen draineerbuizen, die uitmonden in de slootkant boven het waterpeil. De diepte waarop de reeksen moeten liggen, hangt dus vooral af van de slootwaterstand; de onderlinge afstand van de aard van de grond.

Hoe minder doorlatend die is, hoe kleiner de afstand. Deze kan lopen van 4-50 m.

Hoe dieper de reeksen liggen, hoe groter de afstand kan zijn. De maximumdiepte is ca. 1,3 m.

Op goed waterhoudende gronden kan men diep draineren, omdat het gewas er ’s zomers aan de regenval genoeg heeft. Op het zand en op humusarme gronden is aanvulling uit het grondwater nodig, en kan men dus niet te diep draineren.

D. heeft ook het voordeel, dat greppels gedicht kunnen, zelfs vele sloten, mits men drainreeksen in de gedempte sloten legt. Zo kan men grotere en meer rechthoekige percelen krijgen, zoals de mechanisatie ze vereist.