Tak van sport, die weliswaar nooit vanuit de Zaanstreek is bedreven, maar waarvoor reeds sedert 1936 een vereniging in de streek is.
Krommenieër Piet Booij kan gezien worden als een der initiatiefnemers van het zweefvliegen ten noorden van het Noordzeekanaal. Na zijn diensttijd wilde hij blijven vliegen en daartoe richtte hij met enkele anderen in 1936 een afdeling Zaanstreek van de Nederlandsche Vereeniging ter Beoefening van de Kleine Luchtvaart (NVBKL) op. Men wilde dus eigenlijk gaan motorvliegen, maar na een maand stapte men uit de NVBKL en wijzigde men de naam in Eerste Zaansche Zweefvlieg Club (EZZC). In 1938 kwam een door leden zelf gemaakt toestel (een EGS) gereed en werden vanuit Tuindorp-Oostzaan vluchten gemaakt. Het toestel en de A-Ford (voor de starts) overleefden de Tweede Wereldoorlog, waardoor in 1946 al weer gevlogen kon worden. Tuindorp-Oostzaan was echter niet meer beschikbaar als startplaats en een periode kon alleen gevlogen worden vanaf bestaande vliegvelden, zoals Teuge en Soesterberg.
In 1952 kreeg de vereniging de beschikking over een vliegveld in Brabant. Later verhuisde men naar Castricum, van waaraf men ook nog begin jaren ’90 opsteeg. De enige zweefvliegvereniging ten noorden van het Noordzeekanaal had toen tachtig leden.