Zie: ➝ Milieubeheer, bij welk trefwoord de ontwikkeling van de reinigingsdienst, de afvalverbrandings-installatie (AVI) enzovoort zijn behandeld. Hierbij werd niet aangegeven dat op vele plaatsen in de Zaanstreek in het verleden afvallen zijn gestort, tengevolge waarvan inmiddels min of meer ernstige bodemverontreinigingen zijn geconstateerd.
Stort van huisafval had door de gemeenten sinds omstreeks 1890 plaats op belten; voor en na die tijd werden ook sloten met huisvuil (toen nog voornamelijk as) gedempt. Betrof dit nog reguliere stortplaatsen, daarnaast is inmiddels een aantal (ongeveer 20) illegale stortplaatsen in kaart gebracht, waarop merendeels door industriële bedrijven vroeger afvallen zijn gedeponeerd. Dikwijls betrof dit chemisch afval of andere stoffen die niet op natuurlijke wijze worden afgebroken en die door hun giftige aard de bodem en/of het grondwater ernstig blijken te verontreinigen. Gebleken is dat zulke stoffen ook op verscheidene gemeentelijke stortplaatsen terecht zijn gekomen. In 1984 is door Kontakt Milieubeheer Zaanstreek een ‘gifkrant’ uitgebracht, enkele jaren daarna een aangevulde editie daarvan. Er zijn intussen meer dan 70 locaties met (vaak ernstig) verontreinigde grond tengevolge van vroegere vuilstort vastgesteld. Op basis van wetgeving tracht de rijksoverheid
- met delegatie van de uitvoering aan de provincies een programma van bodemsanering te verwerkelijken dat door de zeer hoge kosten ervan nog vele jaren zal vergen. Intussen staat de afvalproduktie van huishoudens en bedrijven niet stil; deze neemt integendeel nog steeds toe. Anders dan vroeger bestaat thans echter het algemeen doorgedrongen besef dat de vuilstort zeer sterk moet worden gereguleerd en gecontroleerd, opdat verdere aantasting van de bodem en het grondwater zoveel als mogelijk is kan worden vermeden. De industrie krijgt te maken met toenemend overheidstoezicht en gaat al of niet gedwongen over tot kostbare aanpassingen om de afvalstroom te beperken en te zuiveren. De burgers ervaren met alleen dat het huisvuil moet worden gescheiden, maar zien ook de tarieven van de reinigingsdiensten sterk stijgen.
Door de getroffen maatregelen is het probleem van de afvalverwerking nog niet opgelost; als dat al bevredigend kan worden geregeld zal het nog vele jaren duren. In de huidige overgangsfase is noodgedwongen voor de stort van afvalstoffen en verontreinigde grond een aantal terreinen aangewezen die onder strikte voorwaarden gedurende bepaalde tijd kunnen worden benut. Ze zullen tenslotte mogelijk ook met folie en een laag (schone) aarde worden afgedekt. Hoewel verdere calamiteiten hierdoor schijnen te zijn voorkomen, is men zich bewust dat deze noodmaatregel slechts van tijdelijke aard mag zijn.
In de Zaanstreek is een dergelijke (aanvankelijk gemeentelijke, later provinciale) vuilstort in de Nauernase Polder gerealiseerd. De oppervlakte ervan bedraagt 80 hectare, met de aanleg is in 1983 begonnen. Eerst was het de bedoeling hier uitsluitend bouw- en sloopafval te storten, daarna is besloten ook tot de stort van vervuilde grond, arseenhoudend drinkwaterslib, asbesthoudend afval, vliegas en huisvuil over te gaan, terwijl de storthoogte van vijf naar negen meter is verhoogd. Protesten van omwonenden en daarop volgende juridische procedures bleven grotendeels zonder resultaat. Ook nadat deze stortplaatsen ‘vol’ zijn (naar schatting in 1997) zal hier nog tot in lengte van jaren controle van het milieu noodzakelijk blijven. Het is de bedoeling dat de negen meter hoge belt zal worden afgedekt met een laag schone grond en dat na beplanting een bestemming als recreatieterrein zal worden gezocht.