(Harkstede 1906 - Rijswijk 1995)
Toneelschrijver. Zijl werkte in het lager onderwijs; hij slaagde in 1926 voor ‘onderwijzer met akte’ en begon als kwekeling in Scharmer. Vervolgens werd hij onderwijzer in Froombosch en Borgweg, en schoolhoofd in Oosterhaule, Ten Post en ’s-Gravenhage. In Ten Post en ’s-Gravenhage werkte hij met het daltonsysteem. Hij werkte mee aan de succesvolle taalmethode Taal voor het leven, die meer dan twintig drukken beleefde. Voor deze methode schreef hij veel gedichtjes.
Al in 1934 schreef hij zijn eerste Groninger kinderversje. Hij schreef regelmatig voor de rubriek ‘In ’t Hörntje van Jan Piepke’ in het Maandblad Groningen.
Toen de toneelvereniging Vesta uit Ten Post in 1935 een eenakter nodig had, schreef regisseur Jan Zijl het stuk Klopsmoa vragt n nij hoesholderske, dat jarenlang van het repertoire van de vereniging deel zou uitmaken. In totaal schreef Zijl tussen 1935 en 1959 zo’n twintig eenakters, blijspelen en serieuzere toneelstukken. Ze zijn vooral opgebouwd rond enkele typen en bleken voor een groot deel nog jaren speelbaar. Wat veurbie is, is west werd in 1998 - bewerkt en gemoderniseerd door Arie Brouwer - opnieuw uitgegeven. Soms waagde Zijl zich aan operettes, liedjes en revues. Veel werk droeg hij zelf voor tijdens allerlei optredens.