Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Wilp, de

betekenis & definitie

Dorp in de gemeente Marum, deels ook in de Friese gemeente Opsterland. Vanuit Friesland loopt de Wilpsterhoofdvaart via de Wilpstervaart door en langs het dorp in de Jonkersvaart.

De naam is ontleend aan het uithangbord van een herberg bij de eerste veenhutten; er stond een regenwulp op. Het dorp heet ook wel De Wulp.De Wilp werd ontgonnen met Friese arbeiders; men spreekt er nog altijd Fries. De venen kwamen omstreeks 1750 in handen van een compact van zeven heren uit Drachten. Gedeeltelijk lieten zij het veen voor eigen rekening vergraven, voor een deel ook verkochten zij het aan veenbazen (1780-1840). Dominee Hofkamp, die ook in Surhuisterveen veel voor de heidebevolking gedaan had, trok zich het lot van de bewoners aan en ijverde er voor de stichting van een kerk. Hiervoor werd onder anderen door freule Van Hogendorp, de dochter van Gijsbert Karel, 1.000 gulden geschonken. De kerk is in 1865 gesticht; ze herbergt sinds 1871 een in 1807 door J.M. Gerstenhauer gemaakt orgel.

Schimpnaam voor de inwoners: Langbekken, Laankbekken.

Lit.: J. Boerema en J.H. Boerema, Vlijtige armoede en tonnen gouds. Twee eeuwen gemeente Marum (Marum 1989).

< >