Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Wilkens kzn., jan

betekenis & definitie

(Veendam 1832 - Veendam 1898)

Firmant van de fa. K. en J. Wilkens (houthandel, rederij, scheepsbouw en aardappelmeelfabricage), in 1823 opgericht door zijn vader Klaas Wilkens (1792-1861) en diens broer Jan Wilkens (1765-1858). Vanaf 1854 opgenomen in het bedrijf, werd Jan Kzn. al gauw de drijvende kracht. Zijn dagtaak bestond voornamelijk uit het onderhouden van contacten met de kapiteins van de de door de firma geadministreerde schepen. Door de Krimoorlog maakte de veenkoloniale zeevaart een (laatste) bloeiperiode door: de vraag naar schepen deed Jan Wilkens en zijn vader besluiten een scheepswerf op te richten (1857).

Toen de vraag naar houten zeilschepen afnam, richtte het bedrijf zich vanaf 1872 op de fabricage van aardappelmeel. Omdat de fabriek slecht draaide werd deze in 1877 aan W.A. Scholten verkocht. Een nieuwe fabriek aan de Ommelanderwijk had meer succes; K. en J. Wilkens, bestierd door Jan Kzn. en zijn broer Frans werd één van de grotere aardappelmeelproducenten.

In het maatschappelijk leven van Veendam nam Wilkens een prominente plaats in. Hij was o.a. voorzitter van de Kamer van Koophandel, commissaris van diverse bedrijven, penningmeester en bestuurslid van de Spaarbank, prominent lid van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen en gemeenteraadslid (1870-1893).

Lit.: P. Kooij, ‘Jan Wilkens' in: Van Dijk en Foorthuis, Vierhonderd jaar Veenkoloniën, 265-268: C.N. Mensch en J.N. Wilkens, Geschiedenis van K.e[ J. Wilkens (Veendam 1948).

< >