Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Tuinbouw

betekenis & definitie

Omvat het telen van bloemen en groenten, zowel onder glas als in de volle grond. Groningen geldt niet bij uitstek als een tuinbouwprovincie.

Het aantal bedrijven met tuinbouwgewassen onder glas bedroeg in 1998 in Groningen 103, tegenover het dubbele in 1980. In dezelfde periode nam de oppervlakte glastuinbouw af van 7.000 naar 6.000 are. Daaruit kan worden afgeleid dat de gemiddelde bedrijfsgrootte bijna verdubbelde. Van de glastuinbouwbedrijven richt twee derde zich op de bloementeelt en een derde op groenten. De belangrijkste concentraties zijn Hoogezand-Sappemeer en Zandeweer in de gemeente Eemsmond.Ook in de vollegrondsgroenteteelt speelt Groningen slechts een marginale rol. Dit wordt mede veroorzaakt door de grootschalige bedrijven en het weinig voorhanden zijn van ‘eigen’ arbeid. Tot midden jaren ’80 vond op enige schaal contractteelt plaats (bijv. spinazie en doperwten). Door het toen uit de regio verdwijnen van verwerkende industrieën zakte deze teelt sterk in. In 1998 vond slechts vier procent van de Nederlandse vollegrondsgroenteteelt in Groningen plaats. De teelt van kool vindt met name rondom Bedum plaats, alwaar ook een verwerkende industrie is gevestigd.

Bepaalde streken, bijv. omgeving Bierum, hebben zich sterk op wortelen toegelegd. Op de hogere en lichtere gronden komt sinds begin jaren ’90 de teelt van asperges sterk op. Levering van asperges geschiedt - gezien de kleinschalige teelt - doorgaans rechtstreeks aan consumenten en restaurants. Op zeer kleine schaal hebben akkerbouwers zich in het kader van een ‘tweede tak’ toegelegd op specialiteiten. Zo zijn in de jaren ’90 diverse projecten ontstaan op het gebied van boomteelt (bosplantsoen) en bessenteelt (zwarte bessen voor industriële verwerking). Ook worden op enkele plaatsen paddestoelen (champignons en oesterzwammen) gekweekt.

Vooral de afzet van bloemen en groenten is voor de Groninger telers een probleem. Gezien de geringe bevolkingsdichtheid en grote afstand ten opzichte van grootstedelijke centra hebben in veel gevallen boeren en tuinders aansluiting gezocht bij de grote veilingen en handelsorganisaties in West-Nederland. Het is vooral de afstand tot de markt die de tuinbouw in Groningen kwetsbaar maakt.

Lit.: Landbouwtelling. Centraal Bureau voor de Statistiek ('s-Gravenhage 1952-).