(Warffum 1941 - Delfzijl 1986)
Ondanks het feit dat hij maar een zeer korte periode van een jaar of drie actief was in de Groningstalige muziek, is Ede Staal onmiskenbaar de meest succesvolle en invloedrijkste vertegenwoordiger in deze sector in de 20ste eeuw. Dat is af te leiden uit de verkoopcijfers van opnamen van hem, enquêtes die naar de populariteit vragen en te zien aan de aanhoudende reeks van aanvragen voor verzoekplaten bij regionale radiostations. Dat geldt zelfs in hoge mate in Drenthe, ondanks het feit dat Ede Staals taal Noord- en Oost-Gronings gekleurd is.
Afkomstig uit een onderwijzersgezin in Noord-Groningen (waar hij niet de taal van de streek maar thuis Nederlands leerde spreken), koos Ede Staal eveneens voor het onderwijs via een opleiding Engels. Zijn laatste betrekking was leraar aan de Openbare Scholengemeenschap voor MAVO/LHNO in Woldendorp. In Oost-Groningen woonde hij op verschillende plaatsen en daarvan toont zijn werk vele sporen.
Bij leven verscheen van hem één langspeelplaat, Mien Toentje (1984), toen hij herstellende was van een operatie. Zijn tweede elpee, As Vaaier Woorden, kwam enkele maanden na zijn overlijden uit (1986). In beide gevallen bevatten ze werk dat geheel van hem afkomstig is, zowel de tekst, als de muziek, als de vocale uitvoering. Henk Bemboom was daarbij de belangrijkste begeleider. Ze verschenen onder het label Mollebone Music, dat hij hiertoe samen met zijn vriend (maar geen familie) Klaas Staal had opgericht. Het zijn vooral Groningse nummers, daarnaast enkele eerder verschenen Engelstalige en één waarbij beide talen afgewisseld worden, de titelsong ‘As Vaaier Woorden’.
Aanvankelijk - rond 1970 - richtte hij zich op het Engels en op het maken van reclameteksten. Ook een aantal liedjes schreef hij, waaronder smartlappen onder het pseudoniem E. Paltrams, het anagram van ‘smartlap’. Tegen het eind van zijn leven nam het Gronings de eerste plaats in, allicht in het voetspoor van het succes dat zijn eerste liedjes via Radio Noord direct kregen. Enkele nummers schreef hij op verzoek van dit station, ten behoeve van cursussen Gronings. Voor het programma ‘Sloaperstil’ maakte hij vanaf eind 1985 een serie door hem zelf voorgelezen verhaaltjes, ‘Ede’s Toal - zuzooien op zundagmörn’, totdat zijn voortschrijdende ziekte het hem twee maanden voor zijn overlijden onmogelijk maakte. Die werden aanvankelijk op cassettes uitgebracht (1985) en later (1993) onder dezelfde titel in een box met naast de drie cd’s een tekstboek op hetzelfde formaat.
De gesproken en de gezongen teksten van Ede Staal trokken grote aandacht. Dat moet niet alleen met zijn stem en muziek te maken hebben, maar ook met de herkenbaarheid en variatie in de onderwerpen (van dwaaskomisch via informatief tot gevoelig). In zijn muzikale teksten wekte Ede Staal vooral de indruk zichzelf te blijven, in de Zuzooi-verhalen kroop hij lange tijd in de huid van een veel oudere Groninger. Kees Visscher typeert hem op basis van gesprekken met mensen uit Staals omgeving ‘als een sympathieke, dynamisch-gespannen en hypergevoelige man, vol spitse humor; iemand met een oorspronkelijke, beweeglijke geest en een vaak origineel taalgebruik, maar in wezen introvert en in zichzelf gesloten’.
In 1996 verscheen een ‘audiomonument’ in de vorm van de dubbel-cd Hear My Song/As t Boeten Stormt (een selectie door vrienden gemaakt uit de grote hoeveelheid thuisopnamen van Ede Staal). De IKON maakte in dezelfde periode een tv-documentaire over Ede Staal en belichtte daarin de last die hij gehad heeft van het verleden van zijn vader ten tijde van WOII. In 1999 besloot de gemeente Delfzijl tot het plaatsen van een aan de zanger/tekstschrijver/componist gewijd monument op de dijk.
[Reker]
Lit.: K.H. Visscher, 'Ede Staal: zanger en zuzooier’ in: Cursus Gronings (Groningen 1987) 200-215: S.J.H. Reker, ‘Zuzooien op zundagmöm: t liekt naargens op’ in: Ede’s Toal. Zuzooien op zundagmöm (Tekstboekje bij de gelijknamige verzamel-cd’s; Veendam en Scheemda 1993) 7-28.