Gron.: Seballeburen.
Dorp ten O. van Grootegast aan de weg naar Zuidhorn; oude hoofdplaats van Langewold. Ten N. van het langgerekte dorp ligt de Sebaldebuurstermolenpolder. De plaats heeft een rijke historie. De redgers legden er op Hemelvaartsdag de eed af; daarna was er kermis ‘tot grooter ontstichtinge, oneerlicke en schandelicke daden’, volgens de classis van 1617. In 1807 hield dominee N. Westendorp de eerste Leerrede in de nieuwe kerk.
De preek werd gedrukt; daarachter volgden de geschiedenis van dorp en streek en een dialectwoordenlijst. Bij Sebaldeburen stond de borg Boekstede, die gesloopt is in het midden van de 18de eeuw. Het borgterrein (grachten, lanen en singels) is nog in het landschap te herkennen. Watermolen ‘De Eendracht’ is een achtkante bovenkruier uit 1887.
Sebaldeburen-Beneden is de oude naam van Grijpskerk. In de 13de eeuw: in Sibaldebuerre hove = bij de woningen van Sibald, Sigbald (mansnaam); later Sijbalderbarde en Sijbaldaburen.
Schimpnaam voor de inwoners: Oapedrillers.
Lit.: Formsma, Ommelander borgen en steenhuizen, 258-259; G.H. Ligterink, Tussen Hunze en Lauwers (Groningen 1968) 312-316.