(Glanerbrug 1918 - Amsterdam 1996)
Schrijver en dichter. Schierbeek was een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Vijftigers. Zijn werk heeft een sterk experimenteel karakter, waarbij typografie, klank en ritme een belangrijke rol spelen. Hij verzette zich tegen een traditioneel taalgebruik. Zijn Het boek Ik wordt meestal gezien als het eerste Nederlandse experimentele prozaboek.
Tot zijn elfde woonde Schierbeek in Beerta bij zijn grootouders van moederszijde. In zijn drieluik Weerwerk, Betrekkingen en Binnenwerk (1977-1982) nemen deze jeugdherinneringen een belangrijke plaats in. Na zijn jonge jaren in Beerta verhuisde hij naar Boekelo. Later zou hij veel reizen maken (naar onder meer Spanje en Chili). Ook deze ervaringen zijn in zijn werk terug te vinden.
Schierbeek schreef behalve prozaboeken en dichtbundels ook essays, toneelstukken, een televisiespel, een libretto, een oratorium en zes reisgidsen. Hij ontving zes prijzen, waaronder in 1986 de Hendrik de Vriesprijs en in 1991 de Constantijn Huygensprijs voor zijn hele oeuvre. In dat laatste jaar viel hem de eer te beurt de centrale dichter te zijn van het vertaalproject tijdens de manifestatie Poetry International in Rotterdam. Vlak na zijn dood verscheen de gedichtenbundel Vlucht van de vogel (1986).