Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Scharmer

betekenis & definitie

Gron.: Schaarmer.

Een van de zeven Wolddorpen in de gemeente Slochteren ten Z.O. van Harkstede, waarmee het in 1811-1821 de gemeente Scharmer-Harkstede vormde; deze werd daarna bij Slochteren gevoegd. Aan weerszijden van het dorp liggen de Scharmerhemalingspolder en de Scharnier Oostpolder, de laatste wordt doorsneden door de rijksweg A7. Beide polders grenzen in het O. aan de Scharnier Ae, lopend van de Slochter Ae via Woudbloem naar Schaaphok.

De kerk (1296) werd in 1824 afgebroken; sindsdien behoort Scharmer kerkelijk onder Harkstede; het oude kerkhof, met goed bewaarde grafzerken (de oudste van 1605) bestaat nog. Over de afbraak het volgende plaatsrijm: O Schaarmer, o Schaarmer / Hou laanger, hou aarmer / Schaarmer vervaalt hou laanger hou meer / Schaarmer krip nooit gain kerk of toren weer.

Het klooster te Scharmer was een priorij van de kruisheren, gewijd aan Sint-Helena; het werd na een eerste oriëntatie in 1470 in 1489 gesticht door Johan en Agneza Rengers ten Post, hun kinderen en de eigenerfden van Scharmer, die ook de parochiekerk te Scharmer aan het op te richten klooster schonken. Het grondbezit bedroeg ongeveer 750 grazen. De prior was schepper in Scharmerzijlvest dat weer een onderdeel was van het zijlvest van de Drie Delfzijlen. Welk huis het stadshuis was is niet duidelijk: sinds 1500 bezat het samen met het klooster van Ter Apel een huis in de stad Groningen aan de Oosterstraat WZ, dat echter in 1527 aan het laatste klooster werd verkocht. In ieder geval sinds 1510 had het ook een huis bij de binnenste Herepoort. Tussen 1595 en 1597 werden de kloostergoederen geconfisqueerd; het klooster werd vóór 1615 verlaten.

Te Scharmer stonden de borgen Scharmer en Nijenborg, waarvan weinig bekend is, en een aantal buitenplaatsen: Rozenburg, Werk en Rust (sinds 1828 pastorie) en Overveen; ook Tilburg, afgebroken in 1929, stond op het grondgebied van Scharmer.

In de Middeleeuwen Skiramere, Scarmer en Scharmer, de naam betekent wellicht schier meer = helder meer.

Schimpnaam voor de inwoners: Raaitvinken.

Lit.: K.G. Bos, Geschiedenis van Scharmer-Harkstede en omgeving (Bedum 1995); Formsma, Ommelander borgen en steenhuizen, 347-353; P. van den Bosch, ‘De priorij Sint Helena te Scharmer 1489-1596’, Clairlieu 33 (1975) 3-29; J.G. Rijkens, ‘Mijn bezoek te Scharmer en Harkstede’. Almanak ter bevordering van kennis en goeden smaak 16 (1843) 12-47.