Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Sarcofaag

betekenis & definitie

Met een sarcofaagdeksel wordt het stenen deksel van een stenen grafkist ofwel sarcofaag bedoeld. Het Griekse ‘sarcophagos’ betekent letterlijk ‘vleeseter’.

De kisten wegen zonder deksel ongeveer 1.200 kg, de deksels veelal 300 tot 500 kg. De exemplaren van rode zandsteen, die men vanaf het eind van de 10de eeuw in de provincie Groningen importeerde, waren voornamelijk in het Maingebied vervaardigd. Tot in de 13de eeuw vond deze productie plaats; vanaf de 12de eeuw worden ook deksels van lichtgele Bentheimer zandsteen aangetroffen.Deksels en kisten zijn trapeziumvormig: het hoofdeinde is breder dan het voeteneinde. Niet bij alle deksels zijn kisten aangetroffen: vooral bij de Bentheimer exemplaren bleven ze achterwege en is het juister om van grafzerken te spreken.

De kisten zijn aan de buitenzijde onversierd, maar de binnenkant laat soms fraaie kruis- en kromstafmotieven zien. Ook kunnen er waaiervormige patronen zijn aangebracht.

Bij de deksels of zerken kan de versiering aan de bovenzijde bestaan uit geometrische patronen, christelijke ornamenten of menselijke gestalten. Bij de geometrische figuren gaat het om ruiten, vierkanten en cirkels; deze zijn op een verhoogd middenveld aangebracht. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in de kerken van Appingedam, Loppersum en in het museumklooster van Ter Apel. Een bijzonder, met zonneraderen versierd exemplaar bevindt zich in de kerk van Garnwerd. De christelijke ornamenten kunnen bestaan uit kruisen en kromstaven, die bijvoorbeeld op zerken in Appingedam, Wehe en Wirdum te zien zijn. Van het type dat een menselijke gestalte toont, de beelddeksels, komt in Groningen slechts één exemplaar voor.

Het bevindt zich in de hervormde kerk van Holwierde en is in Nederland uniek in zijn soort, omdat het niet - zoals bij alle overige bekende beelddeksels het geval is - één persoon weergeeft, maar twee figuren, zeer waarschijnlijk een echtpaar. Het grafdeksel is van Bentheimer zandsteen en dateert vermoedelijk uit de tweede helft van de 12de eeuw.

[Van Deijk]

Lit.: H. Haiduck, Kirchenarchäologie. Beginn und Entwicklung des Kirchenbaues im Küstengebiet zwischen Ems- und Wesermündung bis zum Anfang des 13. Jahrhunderts (Aurich 1992); Chr. Waslander, Dekselse graven. Noord-nederlandse Grafsculptuur in de elfde en twaalfde eeuw (Meppel 1991).

< >