Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Marsum

betekenis & definitie

Wierdedorp in de gemeente Appingedam ten N. van de hoofdplaats en ten W. van Delfzijl. In de richting van Nansum loopt de Marsumerweg.

Het Marsumermaar komt uit in het Uitwierdermaar, dit water in het Damsterdiep. Marsum is een beschermd dorpsgezicht.Aan het einde van de Franse tijd werd het dorp grotendeels verwoest. De wierde werd begin 20ste eeuw geleidelijk afgegraven, maar de ringvormige structuur van het dorp bleef bewaard.

Romaanse bakstenen kerk (12de eeuw) met zadeldaktoren en nog middeleeuwse dakpannen ('monniken’ en ‘nonnen’); in 1951 hersteld. Duitse bunker uit 1943-1944; mitrailleursnest van het type Tobruk. Aan de Marsumerweg liggen zeven bunkers uit 19521957. Hier bevond zich in de periode 1958-1964 een navigatiestation van de Koninklijke Luchtmacht. Dit bunkercomplex is beoogd Koude-Oorlogsmuseum, door de stichting Cold War Historical Center in 1995 aangekocht.

In de Middeleeuwen Mersum en Marssum = woonplaats op het lage land.

Lit.: J. Russchen, ‘Bunkercomplex geeft geheimen prijs.

Betonnen herinnering aan Koude Oorlog’, Nieuwsblad van het Noorden 20.6.1998: Marsum, gemeente Appingedam; toelichting bij het besluit tot aanwijzing van Marsum als beschermd dorpsgezicht (Zeist 1987): R.H.J. Klok, De Wierde Marsum - gemeente Appingedam; een beroep ingevolge de Monumentenwet (Amersfoort 1984): D.H. Ferré Jacobs, Voorheen en thans; oudheidkundige plaatsbeschrijving op kerk- en schoolgebied van de dorpen in den ring Delfzijl (Appingedam 1909: heruitg. Buitenpost 1977).

< >