Voormalige binnenzee in Noord-Nederland tussen de provincies Groningen en Friesland. Ontstond in de 7de-9de eeuw door afslag van veengrond ten gevolge van stormvloeden.
Zij verbreedde zich zo zeer dat de Dokkumer Ee, de Lauwers en de Hunze (het Reitdiep) eenzelfde mondingsgebied verkregen. Hierdoor ontstonden in Groningen en Friesland open vaarroutes naar zee. De grootste uitbreiding bereikte zij in de 13de eeuw; het zeewater reikte toen tot Grijpskerk en Noord- en Zuidhorn. Regelmatig werd echter vanaf ca. 1250 land op deze zee teruggewonnen -14.500 ha vóór de afsluiting van de Lauwerszee in 1969 - door de aanleg van dijken. Toch kwamen nog herhaaldelijk dijkdoorbraken en overstromingen voor, o.a. in 1816 en 1825. Men trachtte dergelijke rampen tegen te gaan door het steeds weer ophogen van de dijken.
In 1851 werd een commissie opgericht die de mogelijkheid bestudeerde om een deel van de Waddenzee, van Paesens over Schiermonnikoog naar de Noordpolder, in te dammen. Dit plan werd wegens de te hoge kosten verworpen. De commissie stelde wel een beperkter plan op, dat alleen de inpoldering van de Lauwerszee behelsde; de Staten van Groningen aanvaardden het, maar de Friese Staten keurden het in 1854 af.Het laatste plan tot afsluiting ontstond na de watersnoodramp van 1 februari 1953 in Zuidwest-Nederland. Op 25 mei 1969 is de Lauwerszee ten slotte daadwerkelijk afgesloten d.m.v. een afsluitdam.
Lit: S.P. de Boer, De afsluiting van de Lauwerszee (Leeuwarden 1975): Lauwerszee dicht-Land in zicht ('s-Gravenhage 1973); C. van der Burgt, De afsluiting van de Lauwerszee (Meppel 1969); C. van der Burgt en P. Terpstra, De Lauwerszee is dicht (Leeuwarden 1969): C. van der Burgt, Het plan tot afsluiting van de Lauwerszee (z.p. 1965); C. van der Burgt, Het afsluiten van de Lauwerszee (Leeuwarden 1960); P. Wybinga, Moet de Lauwerszee dicht (Amsterdam 1960): C. van der Burgt, Het plan tot bedijking en gedeeltelijke droogmaking van de Lauwerszee (Leeuwarden 1958): J.H. Riemersma, De drooglegging der Lauwerszee (z.p. 1905).