(Zaandam 1963)
De enige Groninger voetballer die het tot wereldster heeft geschopt. Kwam als baby van drie maanden naar Groningen, waar vader Martin Koeman bij GVAV ging voetballen. Samen met zijn oudere broer Erwin Koeman bleek hij een geboren voetballer. Samen zetten ze hun eerste schreden in clubverband bij Helpman, de club van de buurt waarin ze woonden. Omdat de jeugd bij GRC professioneler werd begeleid, was dat hun volgende club. In 1980 maakte Ronald op zestienjarige leeftijd zijn entree in het profvoetbal, bij FC Groningen.
In het Oosterpark ontwikkelde hij zich snel. Als middenvelder scoorde hij regelmatig, niet in het minst door wat later zijn handelsmerk zou worden: de vrije trap.
Na drie jaar haalde Ajax hem weg uit de Martinistad en ook in Amsterdam werd hij al snel een van de drijvende krachten. Weer drie jaar later (1986) hield hij het bij Ajax voor gezien en tekende een lucratief contract bij PSV. Met de Eindhovense club won hij in 1988 de Europacup 1. Datzelfde jaar werd hij ook Europees kampioen met het Nederlands elftal, waarin hij al vrij snel na zijn debuut in 1981 een vaste keus werd. Ook bij PSV vertrok hij na drie jaar.
In 1989 achtte Ronald Koeman de tijd rijp voor een buitenlands avontuur bij FC Barcelona. In de Catalaanse hoofdstad groeide de Groninger uit tot een wereld vedette. De socios noemden hem liefkozend 'sneeuwvlokje’ vanwege zijn haardos. Zijn grootste individuele triomf kreeg gestalte in het Londense Wembley-stadion. Daar tekende hij voor de winnende goal in de finale van het Europacup-1-toernooi tegen Sampdoria (1992). Andermaal had hij met zijn specifieke wapen (de directe vrije trap) toegeslagen.
Na zes buitengewoon succesvolle Barcelonajaren keerde hij in 1995 terug naar Nederland om zijn imposante carrière af te bouwen. Niet bij FC Groningen, zoals noorderlingen hoopten en dachten, maar bij Feyenoord. Hij hoopte ook met de derde Nederlandse topclub kampioen van Nederland te worden, maar slaagde niet in die opzet. Medio 1997 stopte Koeman met topvoetbal. Na een verkorte cursus werd hij trainer. Een jaar later was hij een van de assistenten van bondscoach Guus Hiddink bij het wereldkampioenschap van Frankrijk. Vervolgens keerde hij terug naar Barcelona, waar hij werd opgenomen in de trainersstaf van Louis van Gaal.
Voor zijn vele verdiensten voor het Nederlandse voetbal is Ronald Koeman tot bondsridder verheven. Hij speelde na Ruud Krol (81) de meeste interlands voor Oranje (78).
