(Knollendam 1903 - Apeldoorn 1889)
Studeerde theologie in Amsterdam en was doopsgezind predikant in Oudebildzijl (1926), Damwoude (1931) en Groningen (1935-1968, emeritaat). Hij wist zich geroepen tot een leven van verantwoordelijkheid en dienstbetoon, onder meer tot uiting komend in zijn toewijding aan de vredesbeweging en de drankbestrijding. Jarenlang was hij secretaris van de Groninger Doopsgezinde Sociëteit. Hij schreef het tweede deel van H. Dassels uitgave van Menno’s volk in Groningen (1978).
Lit.: Doopsgezind Jaarboekje 1990, 9 v.v.