Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Kerstmis

betekenis & definitie

De oude naam voor Kerstmis is Midwinter. De eerste kerstdag werd hier vroeger met mate gevierd, men at alleen wat feestelijker, een kolwinter (een gezouten en gedroogd stuk van de ruggengraat van een varken) en feestgebak als duvelkaters (krentenbroodjes met een ingedrukte driehoek erop) en midwinterstoeten.

De kerstboom, in de 19de eeuw uit Duitsland ingevoerd, kwam hier pas in de loop van de 20ste eeuw op. Vroeger brandde men in de open haard een kerstblok. Op de tweede kerstdag, de aan Sint Stephanus gewijde Sint Steffendag waren er meer feestelijkheden. Dan was er het Sunt-Steffenrieden waarbij de boerenjongens te paard door het dorp en de omtrek reden en ’s avonds het Stewen holden, uitgaan met een meisje, wat naast vrijpartijen ook flinke ruzies opleverde. Vroeger stopte men een jongeman, die te veel praats had, in een ton. Men rolde de ton totdat hij een traktatie beloofde.

Over heel ons land verspreid, deed men op Sint Steffen aan katknuppelen, ‘Steffen uit de ton jagen’ (volksvermaken). Sint Steffen was in Leek de uitgaansdag voor de dienstboden. In de herbergen en bij bakkers en winkeliers waren er rondom kerst (en op sinterklaasavond) loterijen om koek en banket, vlees, vis en gevogelte en gouden en zilveren voorwerpen.Lit: Ter Laan, Volksleven II, 75, 101, 144; NGW, 967; Onnekes, Zeden, 28.

< >