Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Hahn, albert pieter

betekenis & definitie

(Groningen 1877 - Amsterdam 1918)

Tekenaar en graficus, vooral van politieke prenten. Achtereenvolgens leerling van Academie Minerva (1890-1892, 1894-1896), van de Rijksschool voor Kunstnijverheid (1896-1900) en van de Rijksacademie (1898-1901), de laatste twee te Amsterdam. Hahn maakte daar kennis met het socialisme en werd in 1900 lid van de SDAP. Hij werd zeer bekend door zijn politieke prenten (met name die van de antirevolutionaire politicus Abraham Kuyper), die hij vanaf 1902 maakte voor het Zondagsblad van het socialistische dagblad Het Volk (later verzelfstandigd onder de naam De Notenkraker) en later ook voor De Ware Jacob en De Hollandsche Revue. Hahn ontwierp tevens affiches (ondermeer voor de door Herman Heijermans opgerichte N.V. Toneelvereeniging), boekomslagen en vaandels voor organisaties van de vakbeweging en plaatselijk afdelingen van de sdap e.d. Medeoprichter van de vereniging ‘Kunst aan het Volk’.

Na zijn overlijden werd er op initiatief van de SDAP een monument op zijn graf op de Nieuwe Oosterbegraafplaats in Amsterdam opgericht, uitgevoerd door Hildo Krop.

Lit.: P.A. Scheen, Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1880 ('s-Gravenhage 1981) 192; K. van Weringh, Albert Hahn (Amsterdam 1969); M. van der Heijden, Albert Hahn (Amsterdam 1993).

< >