De eerste rondreizende fotograaf deed in 1843 Groningen aan. De eersten die zich in Groningen vestigden en er een atelier openden, waren vooral uit Duitsland afkomstige fotografen, zoals Julius Sisting, Claus Pruter en Georg Carl Hünerjäger.
Al spoedig vestigden ook Groningers zich als fotograaf en in 1865 waren er al achttien fotografische ateliers. Opvallend was het relatief grote aantal joodse fotografen en het feit dat de fotografie vaak in familieverband beoefend werd. Bekende fotografenfamilies waren onder meer Kramer, Sanders en Steenmeijer. Eenaantal fotografen had een filiaal in de provincie (o.a. in Delfzijl, Veendam en Winschoten). De eerste fotografen hielden zich vooral bezig met portretfotografie, later ook met stadsen architectuurfotografie. Bekende Groningse fotografen waren onder anderen J.H. Egenberger (tevens kunstschilder), F. J. von Kolkow, J.G. en P.B. Kramer, Jacob Molenhuis en Tonnis Post.
In de tweede helft van de 20ste eeuw ontwikkelde Groningen zich tot een ware ‘fotostad’. Het Groninger Museum exposeert regelmatig werk van fotografen (zie fotografie in het Groninger Museum), evenals de USVA Noorderlicht Fotogalerie. Vanuit de USVA ontstond in 1980 het Gronings Foto Kollektief, dat echter in 1990 weer werd opgeheven. De provinciale en de stedelijke overheid stimuleerden de noordelijke fotografie door het instellen van de Post Middendorp Opdracht (1990) en de gemeentelijke fotografieopdracht (1991). Sinds 1990 heeft de Fotomanifestatie Noorderlicht plaats in de stad Groningen.
