Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Gepubliceerd op 20-09-2021

Beerta

betekenis & definitie

Dorp in de gemeente Reiderland, tevens hoofdplaats, gelegen ten N.O. van Winschoten en 7 km verwijderd van de Duitse grens. Vóór 1990 was Beerta hoofdplaats van de gelijknamige gemeente met als overige dorpen en gehuchten Nieuw-Beerta, Beersterhoogen, Drieborg, Oudedijk, Oude Statenzijl, Nieuwe Statenzijl en Ulsda.

Van 1-1-1990 tot 1-7-1991 heette ook de nieuwe gemeente (Beerta vergroot met Finsterwolde en Nieuweschans) Beerta, nadien Reiderland. Tot het oude grondgebied behoren de Kroonpolder sinds 1696 en de Stadspolder sinds 1740, voorts delen van de Reiderwolderpolder en de Carel Coenraadpolder. Beerta ligt aan het Beerster-diep of Beersterdiep, dat in het Z. in verbinding staat met het Winschoterdiep. Naar het N. gaat de naam over in Hoofdkanaal, Boezemkanaal en Nieuwe Buitengeul van Reiderland; komt uit in de Buiten-Aa in de Dollard. Ten Z.O. van het langgerekte dorp lopen de spoorlijn Groningen-Nieuweschans, de rijksweg A7 en de Westerwoldsche Aa richting Duitsland; de rivier vormt de rijksgrens.De aan St.-Bartholomeus gewijde kerk (1506) is een laat-gotisch zaalgebouw, in 1956-1961 gerestaureerd. De vrijstaande toren dateert uit 1806. De kerk bezit een preekstoel uit het tweede kwart van de 17de eeuw en een in 1862 door P. van Oeckelen gebouwd orgel.

In de crisisjaren waren de verhoudingen tussen de arbeiders en de boeren zo gespannen, dat de gemeenteraad in handen van de communisten kwam. De situatie werd zo nijpend, dat een Regeringscommissaris werd aangesteld. Deze had bepaalde bevoegdheden om direct handelend op te treden en was van 1933 tot 1935 in functie.

In de 13de eeuw heette de plaats Berethe, afgeleid van bêre = schuur, huis; betekenis: huizengroep. Schimpnamen voor de inwoners: Knollentrekkers, Knollen en Baarvekoppen.

Lit.: H.R. Ekamper, Beerta in oude ansichten (Zaltbommel 1979-1986); M.R.W. Bos, Beerta, een plattelandsgemeente in West-Europa (Groningen 1963); P.L. de Vrieze, ‘De restauratie der hervormde kerk te Beerta’, GVA 1963, 137-163.

< >