Predikantenfamilie, waarvan alle leden - Duinkerken noemt er twaalf in Groninger gemeenten hebben gediend. Albertus Alberthoma (Driesum? 1600 -
Groningen 1660) was gereformeerd predikant in Lutjegast (1626) en Groningen (16351660). Twee van zijn zonen werden eveneens predikant, te weten Albertus Alberthoma (Groningen 1644-1720), gereformeerd predikant in Appingedam (1672), Emden (1683) en Groningen (1693-1720), en Petrus Alberthoma (Groningen 1649-1711), gereformeerd predikant in Termunten (1674) en Groningen (1679-1711). Petrus schreef namens de Groninger kerkenraad een kritisch antwoord op een brief van de burgemeesteren, waarin deze zich op het standpunt stelden dat hun, en niet de kerkenraad, de beslissing over het toelaten van toneelvoorstellingen toekwam. Petrus’ zoon Robertus Alberthoma (Groningen 1690-1772) was gereformeerd predikant in Eelde (1715) en Groningen (1721-1769, emeritaat). Van zijn hand verscheen Hooftsom van de Leere der Waarheit die naar de Godtzaligheid is (1729; 8ste druk in 1770), waarvan de inhoud door hem ook op rijm werd gebracht in vier boeken Onderwijzingsliederen (1730); voorts twee uitvoerige prekenbundels, twintig preken over Elia de Profeet (1736) en 25 preken over Eliza de Profeet (1741); ten slotte een Dagboek (1731), waarin hij in de traditie van zijn vader waarschuwde voor de verleidingen van het toneelspel.
Lit.: G.A. Wumkes, ‘Dichtwerk van ds. Robertus Alberthoma', GVA 1953, 103-120; Duinkerken, Sinds de reductie.