Bij opname en weergave wordt de videoband langs de met gematigde snelheid ronddraaiende cilindervormige beeld- of koppentrommel gevoerd, waardoor een bandsnelheid van enkele centimeters per seconde wordt verkregen.
In de koppentrommel draaien twee kleine videokoppen met de grote snelheid van 1500 toeren per minuut rond en tekenen via een smalle spleet in de koppentrommel vlak naast elkaar liggende schuine bandsporen op de band (Helical scan). Op deze wijze wordt een zeer hoge schrijfsnelheid verkregen bij een lage bandsnelheid. De schuine of diagonale spooroptekening wordt verkregen doordat de koppentrommel enigszins scheef in de videorecorder of camcorder is opgesteld.