Het licht dat ons omringt is vrijwel nooit geheel wit, maar heeft een bepaalde kleur. Daglicht is blauwig, avondlicht is roodachtig, in gloeilamplicht domineert geel/rood.
Het begrip kleurtemperatuur heeft te maken met het feit dat wanneer een lichaam wordt verhit het een kleurgaat uitstralen die direct afhankelijk is van de temperatuur. In de praktijk hebben we te maken met een kleurtemperatuurtraject van 2000 graden kelvin (roodachtig kaarslicht) tot 10.000 graden kelvin (helder blauwe lucht). De videocamera moet op de heersende kleurtemperatuur zijn ingesteld, anders ontstaan er kleurfouten. Dit instellen geschiedt meer en meer automatisch met behulp van de witbalans.