(hieb haute, gehauen), houwen, hakken, slaan; maaien; vellen; Feilen hauen, vijlen kappen; Stufen hauen, treden hakken (in ijs bij bergtocht); über die Schnur hauen, zich te buiten gaan, buitensporig zijn; das ist weder gehauen noch gestochen, dat lijkt naar niets, dat is vlees noch vis; das ist gehauen wie gestochen, dat is één pot nat; in den Sack hauen, zijn baantje opzeggen; sich hauen, vechten; duelleren; zich werpen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk