Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Gepubliceerd op 05-09-2022

Ansetzen

betekenis & definitie

aanzetten, aan de mond zetten; vaststellen, bepalen; zich (tot vrucht) zetten; beginnen; opstellen; eine Bowle ansetzen, een bowl bereiden; dreimal ansetzen, driemaal proberen; Entwickler ansetzen, ontwikkelaar bereiden; Fett ansetzen, dik, vet worden; Gleichungen ansetzen, vergelijkingen opstellen; einen Preis hoch ansetzen, een prijs hoog stellen; Rost ansetzen, gaan roesten; Schimmel ansetzen, gaan schimmelen; das Thermometer ansetzen, de thermometer aanleggen; eine Zeit ansetzen, een tijd vaststellen, bepalen; wer setzt an (beim Spiel)?, wie begint?

< >