Hier spelen zich psychische processen af die weliswaar in de schemering van het onbewuste thuishoren, maar niet ver verwijderd zijn van het door het Ik beheerste domein. Tussen de boomstammen groeit en golft het onbewust, van buitenaf niet zichtbare leven, vertegenwoordigd door planten, dieren, sprookjesfiguren, rovers, reuzen, heksen, dwergen.
De bosdroom maakt jonge mensen erop attent dat zij zich een weg moeten banen vanuit de onbewustheid van hun jeugdige natuur.
Als oudere mensen over een bos of een oerwoud dromen, moeten zij zich afvragen of niet misschien een verdwaald deel van hun wezen daar toevlucht heeft gevonden.
Is men in het droom-woud verdwaald, dan wijst dit op een gebrek aan mogelijkheden tot ontplooiing van de betreffende persoonlijkheid.
Het bos, gezien als tijdelijke verblijfplaats van de dromer, wordt meestal positief beoordeeld. Blijft men er echter wonen, dan dreigt verlies van menselijkheid ten gunste van het onderbewuste.
zie Dieren.
zie Dwerg.
zie Monster.
zie Reus.