Hol

betekenis & definitie

Het hol wordt dikwijls gezien als de donkere ruimte, waar het leven is ontstaan - het moederlijke, dat ons een nieuw begin en vernieuwing belooft. Wanneer men dus vanuit een hol in de buitenlucht stapt, dan kan men ervan verzekerd zijn, dat men een moeilijke tijd heelhuids heeft doorstaan. In een hol overnachten symboliseert de radeloosheid van de psyche in een uitzichtloze situatie. Woont men in een hol en durft men niet naar buiten te komen, dan symboliseert dit de eenzaamheid en contactarmoede van de dromer. Komt men angstig uit een hol gekropen, dan zal men volgens het Indiase droomboek ‘Jagaddeva’ binnenkort het geluk op z’n levensweg tegenkomen; valt men daarentegen in een hol, dan betekent dit een trieste toekomst. (Zie ook ‘Grot’).