Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen (2010)

Gepubliceerd op 23-02-2017

hasj, hasjiesj

betekenis & definitie

Drug die in coffeeshops wordt verkocht en waarvan mensen high worden.

Hasj is gemaakt van een vettige stof uit de stengel van de wietplant (cannabisplant, hennep). Daarin zit de stof tetrahydrocannabinol (THC). Die stof beïnvloedt je hersenen: je wordt er ontspannen en vrolijk van, maar soms ook bang of sloom. Hasj wordt puur gerookt of vermengd met tabak en dan met één of meer vloeitjes tot een joint gerold. Het roken heet in Nederland ‘blowen’, in België ‘smoren’. Sommige mensen stoppen hasj in hun eten, bijvoorbeeld in gebak.

Je kunt geestelijk verslaafd aan hasj raken, zeker als je het veel gebruikt, bijvoorbeeld elke dag of vele keren per week. Je wordt er slaperig van. Hasj is schadelijk, vooral voor hersenen van pubers. Je hersenen zijn pas klaar met groeien rond je 21e levensjaar en stoffen in hasj verstoren die groei. Hasj zorgt daardoor voor slechtere resultaten op school.

Mensen maken wiet (marihuana) van de bloemtoppen en de bladeren van dezelfde hennepplant. Twintig dertig jaar geleden kon wiet minder kwaad doordat er niet zoveel THC in zat. Maar wiettelers, juist in Nederland, hebben de wiet sterker gemaakt. Nu is ‘nederwiet’ soms haast even sterk als sommige harddrugs.

Kijk ook bij drugs, harddrugs, softdrugs, wiet.