Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

Gepubliceerd op 13-06-2019

zonnetijd

betekenis & definitie

Zonnetijd is de tijd aangegeven door de zonnestand. Omdat de zon niet steeds in de hemelequator staat, maar beweegt langs de keerkringen en de baan van de aarde om de zon licht elliptisch, wat gevolgen heeft voor de hoeksnelheid, is er schommeling van de zonnetijd. Om tot een middelbare tijd te komen is een tijdsvereffening bepaald die ongeveer tussen + 16 en – 16 minuten ligt, afhankelijk van het moment in het jaar.

De zonnetijd is de plaatselijke tijd gemeten met een zonnewijzer. Twaalf uur 's middags wordt gedefinieerd als het moment waarop de zon de plaatselijke meridiaan passeert. De zon staat dan in het zuiden (of noorden).

De tijd tussen twee opeenvolgende passages is een zonnedag. De lengte van een zonnedag varieert echter in de loop van het jaar, waardoor de zonnetijd ongelijkmatig is. Ten opzichte van de klok verschilt het moment waarop de zon de meridiaan passeert van dag tot dag.

In Nederland maakte de komst van spoorwegen de invoering van een landelijke standaardtijd noodzakelijk.

In Nederland werd op 1 mei 1909 de Amsterdamse Tijd of Nederlandse Tijd ingevoerd. Tot de Tweede Wereldoorlog gold in Nederland de Amsterdamse Tijd, die 20 minuten voor liep op de Wereld Tijd.

Dit heeft te maken met het feit dat Amsterdam op 5 graden O.L. ligt: 5/15 x 1 uur = 20 minuten. De Duitsers hebben de Duitse Tijd in Nederland in gevoerd: U.T. plus een uur. De overgang naar de huidige M.E.T. vond plaats op 16 mei 1940.

De M.E.T. is gekoppeld aan de meridiaan van 15 graden O.L. en dus niet die van Amsterdam op 5 graden O.L. In 1977 is opnieuw de zomertijd in Nederland ingevoerd. (Zonnewijzers in Nederland / J.G. van Cittert-Eymers en M.J. Hagen, Zutphen 1984)