Beitel met tandjes op het snijvlak. Naar gelang de hardheid van de te bewerken steen zijn de tanden rechthoekig of punfig. Oorspronkelijk zaten de tanden aan de beitel zelf, thans wordt veelal een los tandstuk gebruikt fig. 9 nr. 6.
Overwegend in gebruik na het voorbewerken met een puntijzer, later ook na het boucharderen en voor het scharreren van een vlak in niet te harde steen. Andere namen: gradeerijzer, gradine, tandijzer.