Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

Gepubliceerd op 13-06-2019

steken (scheepvaart)

betekenis & definitie

Slag of slagen in een touw, waarmee het aan zichzelf, een ander touw of voorwerp kan worden vastgemaakt of gebruikt als onderdeel van een knoop. Hoewel een steek niet hetzelfde is als een knoop, worden steek en knoop vaak door elkaar gebruikt. Men kent talrijke steken, zoals: ankersteek, bochtsteek, boeilijnsteek, capelagesteek, draaireepsteek, haaksteek, halve steek, hielingsteek, kettingsteek, lengsteek, marlpriemsteek, muilsteek, paalsteek, paksteek, rolsteek, schootsteek, slipsteek, stoppersteek, strop, timmersteek, topsteek, trompetsteek, twee omgekeerde halve steken, verkortingssteek, visserssteek, Vlaamse steek, weeflijnsteek, werperankersteek, e.a.

< >