Een soeka (Hebreeuws = loofhut) is een tijdelijk bouwsel dat ter gelegenheid van het Loofhuttenfeest (Hebreeuws = Soekot) wordt geplaatst onder de blote hemel in de tuin, op een balkon, op een binnenplaats of op het platte dak van een huis. Het dak van de loofhut wordt gevormd door losse takken of riet, zodat men door het dak de hemel kan zien. Net zoals de Israëlieten in de woestijn in hutten en tenten leefden, verblijven Joden tijdens Soekot zoveel mogelijk in de loofhut.
Het feest heeft naast een religieuze ook een agrarische betekenis, omdat het verbonden is met de herfstoogst. Daarom wordt er een bundel planten gemaakt van vier soorten, namelijk een palmtak, drie myrte-takjes, twee wilgentakken en een citrusvrucht: de etrog.
