Norbertijnen of witheren van Prémontré (bij Laon), waar de H.Norbertus deze orde stichtte. Hun regel kende overeenkomsten met die van de cisterciënzers, maar was wat hun bouwwerken betreft minder afkerig van versiering. De zielzorg was primair.
Zij kenden wel lekenbroeders, maar minder dan de cisterciënzers. Ook verrichtte de orde geen parochiale diensten, waardoor haar kerken kleiner konden zijn. In 1128 betrokken premonstratenzers uit de abdij St.-Michiel in Antwerpen de abdij van Middelburg.
In 1133 stichtten zij de abdij van Tongerlo (Antw.) en kort daarop die van Postel bij Mol (Antw.). In XIIm werd in Noord-Friesland het klooster Mariëngaarde gesticht, moederklooster van een aantal vestigingen in het Noorden. In Friesland en Groningen zijn enkele van hun kleine bakstenen kerken overgebleven.
